Overzicht
Deze pagina toont basisinformatie over de high-availability cluster en servers die er deel van uitmaken. Deze pagina biedt daarnaast hulpmiddelen om te creëren, te verwijderen of onderhoud uit te voeren op high-availability clusters en op de servers die er deel van uitmaken.
High Availability Cluster-status
Dit veld toont de globale status van uw high-availability cluster en wijst u op mogelijke fouten. Hieronder volgt een lijst van mogelijke condities die in dit veld worden weergegeven:
- Standalone: de servers worden niet gecombineerd in een high-availability cluster.
- Gezond: de algemene conditie van uw high-availability cluster is goed. Het spiegelen van gegevens van de actieve server naar de passieve server werkt normaal.
- Bezig met voorbereiden: de servers zijn gecombineerd in een high-availability cluster, maar de initiële gegevensreplicatie is nog niet voltooid. Er kan geen overschakeling plaatsvinden op dit moment. Meer informatie vindt u in Overschakelen
- Waarschuwing: de high-availability cluster bestaat, maar bepaalde services of datareplicatie werken mogelijk niet normaal. Deze waarschuwing verschijnt in de volgende omstandigheden:
- Fout opgetreden op de actieve server: dit is een tijdelijke situatie. In dit geval zal de high-availability cluster de services overschakelen naar de passieve server. Er kunnen fouten optreden op de actieve server omwille van het volgende:
- fout op een gecontroleerde service
- RAID Group beschadigd of gecrasht op de actieve server. Controleer de pagina Opslagstatus.
- schijffout op de actieve server Controleer het tabblad van de actieve server op de pagina Schijfstatus.
- Fout opgetreden op de passieve server: controleer de pagina Opslagstatus of Schijfstatus om de oorzaak van de storing te achterhalen. In dit geval is overschakelen niet beschikbaar. Er kunnen fouten optreden op de passieve server omwille van het volgende:
- RAID Group beschadigd of gecrasht op de passieve server. Controleer de pagina Opslagstatus.
- Passieve server schijffout. Controleer het tabblad van de passieve server op de pagina Schijfstatus.
- Kan passieve server niet detecteren: deze fout kan optreden omdat de passieve server offline is of omdat de actieve en passieve servers geen verbinding kunnen maken via de Heartbeatverbinding. In dit geval is overschakelen niet beschikbaar.
- Gegevens kunnen niet gerepliceerd worden naar passieve server: deze fout kan optreden als gevolg van een defect in het opslagvolume of van de schijf. In dit geval is overschakelen niet beschikbaar. Controleer de pagina Opslagstatus.
- Passieve server is niet geselecteerd: deze status zal worden getoond als de passieve server van de high-availability cluster is ontkoppeld. In dit geval is overschakelen niet beschikbaar. Klik op de vervolgkeuzelijst Behouden en klik op Koppelen als u de passieve server opnieuw wilt koppelen. Volledige datareplicatie is vereist voor het opnieuw koppelen van de passieve server.
- Gevaar: zowel de actieve als de passieve server werken niet naar behoren. De high-availability cluster kan niet normaal werken. Controleer de status van alle RAID Groups, volumes en iSCSI LUN's.
High Availability Cluster-informatie
Dit veld bevindt zich onder de high-availability cluster-status en toont basisinformatie van de cluster. Als er geen high-availability cluster bestaat, zal dit veld enkel informatie bevatten over de functie van high-availability clusters.
Dit veld bevat de volgende gegevens:
- Clusterservernaam: de servernaam die door de high-availability cluster wordt gebruikt.
- Cluster-IP-adres: het IP-adres dat door de high-availability cluster wordt gebruikt. Ongeacht op welke server de services worden uitgevoerd, kunnen gebruikers met behulp van dit IP-adres een verbinding maken met de high-availability cluster.
- Clusteruptime: tijd verstreken sinds de high-availability cluster was gevormd.
Bedieningsknoppen van de High Availability Cluster
De volgende twee knoppen bevinden zich onder de high-availability cluster-informatie:
- Overschakelen: door op deze knop te klikken wordt er van de actieve naar de passieve server overgeschakeld. Tijdens dit proces stopt de actieve server met het verlenen van services en wordt hij een passieve server. De passieve server verandert vervolgens in een de actieve server en begint met de verlening van alle services van de high-availability cluster. Deze optie is niet beschikbaar als de passieve server slecht werkt of niet geselecteerd is.
- HA cluster maken: als er geen high-availability cluster is, kunt u op deze knop klikken om twee servers te combineren en een high-availability cluster creëren. Meer informatie over het aanmaken van een high-availability cluster vindt u in High Availability Manager-wizard
- HA cluster beheren: deze knop is enkel beschikbaar als er al een high-availability cluster bestaat. Klik op deze knop als u de high-availability cluster wilt verwijderen of de actieve en passieve servers wilt uitschakelen.
Opmerking: zodra een high-availability cluster is verwijderd, moet datareplicatie worden uitgevoerd als u een nieuwe cluster wilt maken.
Server- en gegevensreplicatiestatus
Dit gedeelte bevat afbeeldingen met de status van de actieve en passieve servers, en van de stroom van gegevensreplicatie tussen de servers.
De afbeeldingen van de actieve en passieve servers duiden de volgende mogelijke condities aan:
- Standalone: dit wordt aangeduid door blauwe lichten op een server en een gestippelde omtreklijn die de andere server voorstelt.
- Gezond: dit wordt aangeduid door groene lichten op beide servers.
- Waarschuwing: dit wordt aangeduid door gele lichten op de server die de storing veroorzaakt.
- Gevaar: dit wordt aangeduid door rode lichten op de server die de storing veroorzaakt.
- Kan passieve server niet detecteren: dit wordt aangeduid door een transparante afbeelding van de offlineserver.
- Passieve server is niet geselecteerd: dit wordt aangeduid door een gestippelde omtreklijn die de passieve server voorstelt.
De afbeelding van gegevensreplicatie duidt op de volgende mogelijke condities:
- gegevensreplicatie verloopt normaal: dit wordt aangeduid door gegevens die van de actieve server naar de passieve server stromen.
- Geen datareplicatie: dit wordt aangeduid door de afwezigheid van de afbeelding van de gegevensstroom.
Serverinformatie
Dit gedeelte bevindt zich onder de serverafbeeldingen. Informatie over de actieve en passieve servers wordt in dit gedeelte weergegeven. Als er geen passieve server is geselecteerd, zal in dit gedeelte Nvt worden weergegeven.
- Servernaam: Synologyservernaam.
- Modelnaam: Synologyservermodel.
- Serienummer: serienummer van de Synologyserver.
- Ventilatorstatus: status van de ventilatoren van de server. Als een ventilator slecht werkt, verschijnt er een waarschuwing. Neem in dat geval contact op met uw plaatselijke verdeler voor ondersteuning.
- Temperatuur: temperatuur van de Synologyserver.
- Vermogenstatus: geeft aan of server de voeding van een server normaal werkt. AIs het servermodel is uitgerust met redundante stroombronnen, verschijnt er een waarschuwing als een van beide een storing ondervindt.
Knoppen Behouden
De vervolgkeuzelijst Behouden bevindt zich onder het gedeelte met de serverinformatie. Deze vervolgkeuzelijst bevat opties voor de uitvoering van onderhoudswerken op de passieve server. Als er geen high-availability cluster is, is dit menu uitgegrijsd.
- Uitschakelen: selecteer deze optie om de passieve server uit te schakelen. Deze actie verwijdert de passieve server niet uit de high-availability cluster. We raden u aan deze optie te gebruiken als er onderhoudswerken op de passieve server moeten worden uitgevoerd. Deze knop is uitgegrijsd als de passieve server al uit staat of als de passieve server niet is geselecteerd.
- Koppelen/Ontkoppelen: door op Ontkoppelen te klikken, wordt de passieve server uit de high-availability cluster verwijdert. Door te klikken op Koppelen wordt de passieve server terug aan de high-availability cluster gekoppeld. Wanneer een server opnieuw aan de high-availability cluster wordt gekoppeld na ontkoppelen, zal een volledige datareplicatie nodig zijn. We raden aan om deze optie alleen te gebruiken als u de bestaande passieve server door een nieuwe wilt vervangen.
Opmerking: het uitschakelen of ontkoppelen van de passieve server leidt tot een high-availability cluster zonder passieve server waardoor overschakeling van services van de actieve server naar de passieve server onmogelijk is.