Cloud Station

Cloud Station is een service voor bestandsdeling waarmee uw DiskStation een center voor bestandssynchronisatie wordt voor de synchronisatie van bestanden tussen meerdere clientcomputers.

Opmerking: een clienttoepassing (Cloud Station voor clientcomputers, beschikbaar op het Download Center van Synology) moet op de clientcomputers worden geïnstalleerd voordat de synchronisatie van bestanden met DiskStation mogelijk is.

Cloud Station inschakelen

Klik in het linkerpaneel op Cloud Station om Cloud Station op uw DiskStation in te schakelen.

Om Cloud Station op DiskStation in te schakelen:

Schakel het selectievakje Cloud Station inschakelen in en klik vervolgens op OK.

Na het inschakelen van Cloud Station en de QuickConnect-service worden uw QuickConnect ID en status onderaan in het gedeelte QuickConnect Info getoond. De clientcomputers hebben die informatie nodig om bestanden met DiskStation te kunnen synchroniseren.

    Opmerking:
  1. QuickConnect is een relayservice die u helpt bij het instellen van Cloud Station-synchronisatie zonder daarvoor poort doorsturen-regels voor uw DiskStation. te moeten configureren. Voor gedetailleerde instructies gaat u naar Hoofdmenu > Configuratiescherm > QuickConnect en klikt u vervolgens in de rechterbovenhoek op de knop Help.
  2. Voor een betere synchronisatie raden wij u aan om poort doorsturen in te schakelen voor TCP-poort 6690 van uw router en DiskStation. Voor meer informatie ga naar Hoofdmenu > Configuratiescherm > Routerconfiguratie en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op de knop Help.

Gebruikersrechten beheren

Klik op Rechten om DSM-gebruikers toegang te geven tot de Cloud Station-service. U kunt gebruikers de volgende rechten verlenen:

Om DSM-gebruikers toegang tot de Cloud Station-service te geven:

  1. Gebruik het zoekveld in de rechterbovenhoek van Cloud Station om uw gebruikers te zoeken.
  2. Schakel de selectievakjes van de gebruikers in die u rechten wilt toekennen en klik vervolgens op Opslaan.
    Opmerking:
  1. Cloud Station is alleen beschikbaar voor lokale DSM-gebruikers.
  2. Alleen de DSM-admin (of een gebruiker van de groep administrators) kan gebruikersrechten beheren.
  3. Als de status van een gebruiker op Uitgeschakeld staat, is hij niet bevoegd om het toegangsrecht van de gebruiker tot Cloud Station in te schakelen. Om de gebruikersrechten in te schakelen, ga naar Hoofdmenu > Configuratiescherm > Gebruiker.

Delen op Cloud Station beheren

Klik op Delen om de functie delen in Cloud Station voor gedeelde mappen in/uit te schakelen. Als een gedeelde map is ingeschakeld, kunnen gebruikers met lees/schrijfrechten de bestanden in die map synchroniseren.

Om de functie delen in te schakelen:

  1. Gebruik het zoekveld in de rechterbovenhoek van Cloud Station om gedeelde mappen te vinden.
  2. Schakel de selectievakjes na gedeelde mappen die u wilt inschakelen in en klik vervolgens op Opslaan.
    Opmerking:
  1. Cloud Station is alleen beschikbaar voor lokaal gedeelde mappen in DSM.
  2. Alleen DSM-admin (of een gebruiker van de groep administrators) kan functie delen beheren.
  3. Alleen gebruikers met lees/schrijfrechten voor een gedeelde map kunnen bestanden in die map synchroniseren. Ga naar Hoofdmenu > Configuratiescherm > Gedeelde map om de lees/schrijfrechten van een gedeelde map te configureren.
  4. Codeer geen gedeelde map die u wilt synchroniseren of waaraan u externe mappen en virtuele schijven wilt koppelen.
  5. Bij het inschakelen van de gedeelde mapsynchronisatie op Cloud Station worden de ACL- of Unix-bevoegdheidsinstellingen niet toegepast. Met andere woorden, zolang de gebruikte aanmeldingsgegevens van de Cloud Station-client lees-/schrijfrechten voor de gedeelde map hebben, worden alle bestanden in de gedeelde map gesynchroniseerd.

Clientverbindingen beheren

Klik op Lijst van clients om een lijst te bekijken van clientcomputers die zijn ingesteld om bestanden met behulp van de Cloud Station-service te synchroniseren met uw DiskStation. U ziet de naam van de clientcomputer, de DSM-gebruikersnaam gebruikt voor servicetoestemming en de starttijd van bestandssynchronisatie tussen DiskStation en de client.

Ga als volgt te werk om clientverbindingen te beheren:

    Opmerking:
  1. ontkoppelde clients moeten eerst hun verbinding met de Cloud Station-service opnieuw configureren voor zij opnieuw bestanden met uw DiskStation kunnen synchroniseren.
  2. DSM-gebruikers zonder beheerdersrechten kunnen alleen hun eigen verbindingen beheren.

Cloud Station-bestanden beheren met File Station

De Cloud Station-bestanden worden opgeslagen in de map home/CloudStation of in gedeelde mappen met Cloud Station Sharing (alleen DSM-gebruikers met beheerdersrechten kunnen Cloud Station-bestanden of gedeelde mappen beheren). U kunt Cloud Station-bestanden zoeken en downloaden (of vorige versies) met File Station.

Om Cloud Station-bestanden te beheren:

  1. Ga naar Hoofdmenu > File Station en blader vervolgens naar home/CloudStation.
  2. Rechtsklik op het bestand en selecteer vervolgens Vorige versies doorbladeren. Hier kunt u de vorige versies van het bestand bekijken en downloaden.

Verwijderde bestanden beheren

Klik op Prullenbak in het linkerdeelvenster om verwijderde Cloud Station-bestanden te beheren. Alleen DSM-gebruikers met beheerdersrechten kunnen uit gedeelde mappen verwijderde bestanden beheren.

Om verwijderde bestanden in de prullenbak te beheren:

  1. Als u een DSM-gebruiker bent met beheerdersrechten, selecteert u het doel van de prullenbak (eigen Cloud Station of gedeelde mappen).
  2. Selecteer het bestand dat u wilt beheren.
  3. Kies een optie uit de vervolgkeuzemenu's Actie:

Om alle bestanden in de prullenbak te verwijderen:

Om alle bestanden en vorige versies te verwijderen, selecteert u Alles verwijderen in het vervolgkeuzemenu Actie.

Opmerking: u zult de bestanden die permanent zijn verwijderd niet kunnen recupereren. Ga voorzichtig te werk.