De back-up van fysieke servers vereist de installatie van Active Backup for Business Agent op de fysieke doelservers. Raadpleeg het artikel voor meer informatie over de agent: Active Backup for Business Agent.
De bescherming van bare metal, systeemvolume en aangepaste volumes worden ondersteund door Active Backup for Business.
Alleen de verbinding via de agent is mogelijk. Download eerst de agent om nieuwe apparaten aan de lijst toe te voegen. Ga naar Fysieke server > Apparaat toevoegen en download het installatieprogramma 32-bit of 64-bit agent of ga naar Downloadcenter om het juiste installatieprogramma voor het apparaat te downloaden.
Het installatieprogramma kan met behulp van Microsoft AD server op de doelapparaten worden geïnstalleerd. Voor meer informatie zie het artikel: Active Backup for Business Agent.
na verbinding van het apparaat met de server wordt een back-uptaak van de verbonden server gemaakt in overeenstemming met het overeenkomende sjabloon. Het maken van meer dan een back-uptaak op elk apparaat wordt ook ondersteund. Een nieuwe taak van een specifiek apparaat maken: Ga naar Fysieke server, start het apparaatweergave, selecteer het doelapparaat en klik vervolgens op Maken om de taak maken-wizard te openen of ga naar Takenlijst > Maken en selecteer het apparaat dat u later in de taak maken-wizard wilt beschermen.
Taaknaam: Configureer de naam van de taak. We raden u aan om een naampatroon voor snelle filter/zoekopdrachten voor de taken uit te voeren.
Deze stap verschijnt alleen wanneer er geen apparaat is geselecteerd alvorens op Maken te klikken. Een lijst van fysieke servers die verbonden zijn met de server worden in deze stap weergegeven.
Tijdens de pakketinstallatie wordt automatisch een Btrfs gedeelde map - ActiveBackupforBusiness gemaakt. Alleen de Btrfs gedeelde map kan als back-updoel op het NAS worden geselecteerd.
Er worden drie brontypes ondersteund:
Taakinstellingen: De brongegevens kunnen volgens de taakinstellingen worden gecomprimeerd en gecodeerd. Klik op Taakinstellingen en configureer uw voorkeur.
bij de selectie van het GFS-bewaarbeleid moet minstens een regel worden geconfigureerd.
De geconfigureerde regels overlappen elkaar. U kunt kiezen hoeveel dag-, week-, maand- of jaarversies worden behouden. Verschillende bewaarbeleidregels kunnen worden ingesteld om uw eigen bewaarbekleid te maken.
Wilt u bijvoorbeeld alle versies voor de eerste 30 dagen bewaren en de laatste versie van elke dag voor de tweede groep van 30 dagen. Voer dan 30 dagen in bij 'Aantal dagen dat alle versies moeten worden behouden' en 30 dagen bij 'Aantal dagen dat de laatste dagversie moet worden behouden'.
Met de wizard kunt u ongeacht het schema onmiddellijk een back-up uitvoeren.
Sjabloon is een functie van Active Backup for Business waarmee de admin vooraf back-uptaakdetails kant ontwerpen en het back-uptaaksjabloon aan specifieke accounts of gebruikersgroepen kunt toewijzen. Voor meer informatie zie dit paragraaf.
Om het interval tussen gebruik en bescherming te voorkomen is een standaard sjabloon ingesteld om fysieke servers te beschermen. Deze staat standaard in de lijst en kan niet worden verwijderd. U kunt het standaard sjabloon altijd bewerken.
Ga naar Instellingen > Sjabloon > Maken. Tijdens het maken van het sjabloon kunt u het back-uptype, back-upschema, compressie, coderingsinstellingen versiebewaarbeleid bepalen. De herstelmachtiging op de fysieke serverback-up kan altijd in Active Backup for Business worden aangepast. De admin (gebruiker) en administrators (groep) hebben standaard toegang tot de geback-upte versies van het apparaat en admins kunnen andere gebruikers de herstelmachtiging verlenen door taken te maken of te bewerken.
Zowel individuele als batch-bewerking van taken worden ondersteund. In tegenstelling tot het back-updoel kunnen de meeste instellingen worden gewijzigd. In batch-bewerken is het niet mogelijk om de taaknaam en doel te wijzigen.
De instellingen worden behouden als standaardinstellingen om te voorkomen dat de instellingen van verschillende taken per ongeluk worden gewijzigd. Schakel het selectievakje van het gedeelte in dat u wilt wijzigen wanneer batch-bewerken is vereist.
schakelt u het selectievakje uit alvorens op Toepassen te klikken, dan blijft de instelling gelijk voor elke geselecteerde taak.
Ga naar Takenlijst om de taak te selecteren en klik vervolgens op Verwijderen. Na bevestiging van de actie wordt de geselecteerde taak verwijderd en worden de gegevens behouden in het geback-upte doel.
Het apparaat moet verbonden blijven met de server, zelfs wanneer er geen taak eraan is toegevoegd. Dit apparaat vindt u in de Apparaatlijst en u kunt op elk moment een taak voor het apparaat maken.
Om het back-upproces te stroomlijnen wordt Changed Block Tracking (CBT)-technologie standaard gebruikt bij het back-uppen van personal computers. Om te garanderen dat de service goed werkt, moet u zich ervan vergewissen dat de VSS-service op elk beschermd apparaat is ingeschakeld. De in Active Backup for Business gebruikt CBT-technology gebruikt deze service op Microsoft Windows om gewijzigde blokken te identificeren en interferentie van prestaties te voorkomen.
Met de CBT-technology wordt alleen het gewijzigde blok van de tweede back-up van het apparaat geback-upt, waardoor de bandbreedtebron wordt bespaart en de back-upsnelheid wordt versneld.
back-uptaken van de fysieke server kunnen alleen door de admin, administratorgroep en toegewezen account worden hersteld. Deze instellingen kan op Active Backup for Business altijd worden aangepast.